Vertellen wat we doen

Als we de boten naderen, maak ik foto’s van ze. Dat hoort bij mijn werk op de Ocean Viking: vertellen wat we doen als reddingsschip op de Middellandse Zee, en waarom we het doen.

Een overbeladen boot

Als we bij de boten aankomen, leg ik vast wat mensen waarschijnlijk in hun hoofd hebben bij het woord ‘vluchtelingencrisis’: een grijze rubberboot, een zwarte rubberboot, een houten boot – overbeladen, als altijd – die laag op het water in het midden van de blauwe zee drijft. Het is het iconische beeld van migratie in ons collectieve bewustzijn.

36 mensen bootje Ocean Viking veiligheid.
Alle 36 mensen op dit bootje hebben we op 19 september op de Ocean Viking in veiligheid gebracht.

Foto’s terugkijken

De laatste tijd ben ik de eerste foto’s die ik nam gaan terugkijken. En ik merk dat het is alsof ik de beelden voor het eerst zie. De boot zelf zie ik al niet meer. In plaats daarvan herken ik de mensen die erop zitten, hun persoonlijkheden en hun namen, afkomst, dromen, liedjes, verhalen…

5 volgekrabbelde velletjes papier

Mohammed uit Darfur, Sudan, is duidelijk te zien. Hij is klein, maar het te grote schooljasje waar hij bijna in verdwijnt is niet te missen. Op een ochtend vroeg hij me een pen en iets om op te schrijven. Later op de dag gaf hij me 5 volgekrabbelde velletjes papier uit een schoolschrift terug. Hij had zijn hele leven erop samengevat onder de titel: ‘VLUCHTELINGENVERHAAL’.

Bang zijn ogen dicht te doen ’s nachts

Mohammed groeide op in een vluchtelingenkamp en is zijn hele leven een vluchteling geweest. De meest heftige delen van zijn verhaal heeft hij samengevat in diagrammen, bullet points en opsommingen: 1. Ze verkrachtten mijn zus. 2. Er was vuur en er kwamen soldaten. Enzovoort. Hij was in het detentiecentrum Tajoura in de Libische hoofdstad Tripoli op de dag dat het werd gebombardeerd. Iedereen probeerde in paniek naar buiten te komen, terwijl de bewakers het vuur openden. Om hem heen werden zijn vrienden geraakt. Mohammed zegt dat hij bang is zijn ogen dicht te doen ’s nachts. Zijn favoriete kleur is groen.

‘Zo’n baard heb ik niet!’

En daar is Abdul, de kapper. Zoals veel mensen die we redden, werkte hij gewoon in Libië voordat hij in Tripoli van de straat werd gepikt en gevangen gezet. De zachtmoedige man vertelt me dat hij het gelukkigst is als hij iemand knipt. Toen ik hem interviewde over zijn reis, maakte ik ook een portretfoto van hem. Als hij zijn foto op het schermpje ziet, schudt hij ongelovig zijn hoofd. Hij lacht een beetje, maar kijkt tegelijk ontstemd: ‘Zo’n baard heb ik niet!’, roept hij uit. Aarzelend gaat hij met z’n vingers over z’n slapen en kin, terwijl hij z’n hoofd blijft schudden. ‘Morgen scheer ik me’, zegt hij dan, vastbesloten. Na een jaar in gevangenschap is dit de eerste keer dat hij zichzelf weer in de spiegel ziet. Hij had geen idee meer van hoe hij eruit zag.

Hun derde en laatste poging

Ik klik door naar de volgende foto, en nu zie ik Grace: waardig en stoïcijns, zelfs na dagen op drift op zee. Ik herken haar onmiddellijk, een gezicht bleek van het zeezout. Ik zag haar vaak aan dek als iedereen al sliep, starend naar de sterren. Ze vroeg me steeds weer om haar te vertellen dat dit echt was en dat ze veilig aan boord van het reddingsschip waren. Ze vroeg me zelfs om haar te knijpen zodat ze er zeker van kon zijn dat ze niet droomde. Ik deed het, en we moesten allebei lachen. Maar ik denk niet dat ze overtuigd was - zelfs toen niet. Grace, haar man en vier kinderen hadden al twee keer eerder geprobeerd de overtocht te maken. Ze hadden in gevangenschap bijna hun dochter verloren, nadat ze door de Libische kustwacht waren teruggebracht naar Libië. Dit was hun derde en laatste poging, zei ze. Als het nu niet zou lukken, dan hoopte ze maar dat ze zouden omkomen. Dat zou alles tenminste voorbij zijn en zouden ze eindelijk rust vinden.

Dat idee hoor ik onthutsend vaak.

Risico’s

Bijna iedereen kent de risico’s van het oversteken van dit verraderlijke stuk water in een onzeewaardig vaartuig. Ze kennen anderen die omgekomen zijn. Of ze hebben mensen zien sterven tijdens vorige pogingen. Of ze hebben vrienden of familieleden die simpelweg zijn verdwenen. De route over de Middellandse Zee is de dodelijkste ter wereld. 692 mensen zijn dit jaar omgekomen bij pogingen om Europa te bereiken.

60 seconden

Het duurt net 60 seconden voor een volwassene om te verdrinken. Voor een kind is dat aanzienlijk minder: zo’n 20 seconden. Toch, als ik ze vraag waarom ze de reis proberen te maken terwijl ze weten hoe gevaarlijk het is, zeggen ze dat als ik die vraag stel, ik niet begrijp waar ze vandaan komen. Ze zijn liever dood dan nog één dag in Libië te zijn.

Ons levensreddende werk essentieel

Zonder schepen als de onze zou er niemand zijn om hen te redden. In een omgeving waar de kwetsbaarheid van het leven zo overduidelijk is, lijkt het vanzelfsprekend dat ons levensreddende werk essentieel is. Maar er zijn mensen die het niet eens zijn met humanitaire hulp voor mensen die Libië ontvluchten. Zozeer zelfs, dat ik ons team aan boord adviseer niet de social media te volgen als het over ons werk gaat.

Kloof dichten

Toch moeten we een weg vinden om de kloof tussen de politiek van de angst en de mensen die we redden te dichten.

Humaniteit

Aan boord van de Ocean Viking hebben we het voorrecht om uit de eerste hand inzicht te krijgen in de levens van degenen die we redden. Ik zou het iedereen gunnen om zelfs maar 1 dag door te brengen in de humaniteit die onze missie kenmerkt: om de mensen te ontmoeten die Europa heeft veroordeeld. Door ons werk te volgen, kunnen we ze bij je introduceren. Misschien hoeven die overbelaste bootjes dan niet langer te bestaan.