Geen crimineel, toch de gevangenis in
Hassan en Faduma maken deel uit van een groep Somaliërs op de boot, die eerder al een luchtaanval op het detentiecentrum van Tajoura in Libië had overleefd. ‘We hebben elkaar ontmoet in Libië. We zaten allemaal samen vast in het detentiecentrum,’ vertelt Faduma, een jonge vrouw met een baby op schoot. Hassan, een jongeman met hartvormig gezicht, valt haar bij: ‘Ik ben geen crimineel, en toch heb ik drie jaar in de gevangenis gezeten. De omstandigheden waren onmenselijk. We moesten dwangarbeid verrichten en werden mishandeld door de bewakers. Vrouwen werden geslagen en verkracht. En als je probeerde te ontsnappen, schoten ze je gewoon neer.’
Dubbele aantal doden
Van 53 mensen is bekend dat ze de luchtaanval op het detentiecentrum niet hebben overleefd. Maar de mensen die door onze teams op de Ocean Viking zijn gered, melden bijna het dubbele aantal doden. Het dodelijkste incident voor burgers sinds het begin van het Libische conflict.
Alleen maar stenen en bloed
‘De eerste luchtaanval trof de hangar waarin ik zat’, vertelt Faduma. ‘De deuren waren natuurlijk op slot en het was donker. Niemand kwam onze cel openen, niemand kwam ons helpen. Mensen probeerden door het gat van de explosie te ontsnappen. Maar ze werden snel weer opgepakt door de politie en opnieuw opgesloten in een andere hangar. Precies daar sloeg de tweede bom in. We konden niets meer zien, alleen maar stenen en bloed.’ ‘Veel mensen stierven in Tajoura. In die hangar zaten 105 mensen. Ik kende ze allemaal’, zegt Hassan.
Toegang geweigerd
Faduma zelf raakte gewond en werd naar een ziekenhuis gebracht. Na haar ontslag moest ze naar de Gathering and Departure Facility (beter bekend als het GDF) van de Verenigde Naties in Tripoli. Het GDF is bedoeld om kwetsbare vluchtelingen naar een veilige omgeving te brengen, maar in de praktijk worden veel mensen geweigerd of onvrijwillig buiten gezet. Ook andere overlevenden zijn in de dagen na de bombardementen naar het overvolle GDF gekomen. Veel van hen kregen te horen dat ze het centrum niet meer in mochten.
Ontvoerd door mensenhandelaars
Faduma bleef vier maanden in het GDF, maar uiteindelijk moest ook zij vertrekken. ‘We kregen geen hulp, we hadden geen werk. We wisten echt niet waar we naartoe konden gaan of wat we moesten doen.’ Net als Faduma worden steeds meer migranten en vluchtelingen in de straten van Libië aan hun lot overgelaten. Ze lopen daar het risico ontvoerd te worden door mensenhandelaars en naar onofficiële detentiecentra te worden gebracht.
Geen andere uitweg
‘In Somalië is er al jarenlang oorlog. Daarom zijn we gevlucht. We zochten een manier om naar Europa te komen. Maar wat we in Libië hebben meegemaakt was veel erger dan alles wat we in Somalië hebben meegemaakt’, vertelt Faduma. De groep Somaliërs zag geen andere uitweg meer, dan de Middellandse Zee over te steken. ‘Toen we uiteindelijk het GDF verlieten, gingen we rechtstreeks naar de zee’, zegt Hassan. ‘We vonden iemand die ons naar een boot zou meenemen. We moesten elk ongeveer 2.000 dinars (1.280 euro) betalen.’
Dodelijkste migratieroute ter wereld
Uit Libië ontsnappen over zee is allesbehalve makkelijk. Hassan ondernam eerder al vier pogingen, maar telkens werd zijn boot door de Libische kustwacht onderschept en teruggebracht naar Libië. Waar hij steeds opnieuw in dezelfde ellende terecht kwam. In 2019 zijn volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) 753 mensen overleden of vermist in de Middellandse Zee. Omgerekend zijn dat twee mensen per dag. Het is de dodelijkste migratieroute ter wereld.
Eindelijk goed nieuws
Gelukkig liep het voor deze groep mensen beter af. Op 22 december krijgt iedereen aan boord van de Ocean Viking het goede nieuws veilig aan land te mogen in Taranto, in het zuiden van Italië. Hopelijk voor hen de kans op een nieuw en veilig begin in Europa.