Artsen zonder Grenzen biedt medische noodhulp in conflictgebieden, bij natuurrampen en uitbraken van dodelijke ziektes.

Wouter Kok

veiligheidsadviseur

Wouter Kok (64) begon 36 jaar geleden als verpleegkundige bij Artsen zonder Grenzen. Hij werkte in diverse hulpprojecten en werkte als operationeel directeur op het hoofdkantoor in Amsterdam. Sinds 2012 analyseert hij als veiligheidsadviseur de risico’s voor onze teams in de projecten en geeft advies over hoe hiermee om te gaan.

Om welke risico’s gaat het?

‘Ontvoering, gewapende overvallen, intimidatie en aanslagen zijn risico’s waar zowel onze patiënten als teams als mee te maken kunnen krijgen. Vooral in conflictgebieden zijn de mensen die hulp het hardst nodig hebben, soms het moeilijkst te bereiken. Bijvoorbeeld door gesloten grenzen, verwoeste infrastructuur, beperkingen die ons worden opgelegd en toenemende onveiligheid.’

Hoe ziet ons veiligheidsbeleid eruit?

‘Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken, hanteren we strikte veiligheidsprotocollen. Hierin is nauwkeurig vastgelegd wie verantwoordelijk is, wie de beslissingen neemt en hoe dit gebeurt. Als onze hulpverleners bijvoorbeeld met de auto op pad gaan, moeten ze om het half uur doorgeven waar ze zijn. Dorpen hebben codenamen, zodat alleen wij weten waar het team zich bevindt. De protocollen worden per project op de lokale omstandigheden aangepast door de teams zelf. Zij weten het beste wat er ter plaatse speelt, en moeten er zelf mee werken. Ik heb hierin een adviserende rol.’

Een hulpverlener is in gesprek met een militair in Colombia. © Juan-Carlos Tomasi (Foto uit 2007)
Hulpverleners Xavier, Madeleine en Isabelle reizen met het konvooi van Bujumbura naar Kigali in Rwanda. Foto uit 1994.

Wat bereiken we met ons veiligheidsbeleid?

‘Het doel is dat onze aanwezigheid wordt geaccepteerd, dat we veilig mensen kunnen helpen en dat we ongedeerd van A naar B kunnen komen. Als we een project starten, ga ik er zo mogelijk zelf naartoe. Samen met de projectleider brengen we in kaart wie de betrokken partijen zijn en wie mogelijk een motief heeft om ons kwaad te doen. Vervolgens proberen we met deze mensen in contact te komen. Bijvoorbeeld via kerken, leiders van bepaalde groepen en dorpshoofden.

Het komt voor dat we met bendeleiders moeten praten. We leggen dan goed uit wie wij zijn, wat we komen doen en waarom. Onze kernwaarden ‘onafhankelijkheid’ en ‘neutraliteit’ zijn daarbij heel belangrijk. We kiezen geen partij en bieden medische zorg puur op basis van behoeften. Vaak is daar veel respect voor. Het gaat tenslotte ook om hulp aan hun families, vrienden en de dorpen waar ze zijn opgegroeid.’

En wat als ontvoerders uit zijn op geld?

‘Natuurlijk gebeurt dat, maar ook ontvoerders zijn mensen. Een keer heeft een kidnapper na een incident tegen ons gezegd: “Had ik maar een baan bij Artsen zonder Grenzen, dan had ik niet meer in de bush hoeven wonen, en dan had ik een normaal leven gehad. Met een vrouw en kinderen.” Door menselijkheid te tonen, proberen we te begrijpen wat er achter bepaald gedrag zit.’

Welk incident is jou altijd bijgebleven?

‘Dat was in 2014, in Boguila in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Er was een vergadering in het ziekenhuis met veertig lokale leiders over het opleiden van hulpverleners uit het dorp. Op dat moment werd ons kantoor overvallen door rebellen. Ze kwamen met hun vuurwapens ook naar de ruimte waar die vergadering bezig was. Er is chaos ontstaan. Zonder dat er sprake was van enige provocatie, openden ze daar het vuur. Er zijn toen 18 mensen omgekomen, waaronder drie van onze hulpverleners. Dat incident heeft grote indruk gemaakt op iedereen die daarbij betrokken is geweest.’

France werd geraakt door een verdwaalde kogel toen ze voor haar huis stond te praten met haar dochter. Ze wordt behandeld in ons ziekenhuis in Bangui.
De kogel die in de arm van France heeft gezeten. ©Adrienne Surprenant

Welke gevolgen hebben dit soort incidenten?

‘Vooral voor de bevolking heeft het grote gevolgen. Omdat we onze noodhulp in CAR vervolgens moesten afschalen. Dat gebeurde ook in Somalië, waar twee Spaanse hulpverleners werden ontvoerd. We vonden het vreselijk omdat heel veel mensen afhankelijk waren van onze medische zorg. Maar we konden niet anders. Ook na het schokkende incident in Tigray, in Ethiopië, waarbij in juni drie van onze collega's om het leven kwamen, hebben we onze hulp af moeten schalen. We geven op die manier ook een signaal af dat dit onaanvaardbaar is.’

Komt dat vaak voor?

‘De afgelopen 5 jaar is het maar 4 of 5 keer voorgekomen dat we ons hebben moeten terugtrekken om veiligheidsredenen. Dat zijn dus gelukkig echt uitzonderingen. Een recent voorbeeld is ons besluit om tijdelijk te stoppen met noodhulp in de detentiecentra in Libië. Het veiligheidsrisico bereikte een niveau dat niet langer acceptabel was.’

Een vrouw heeft brandwonden aan haar been in een detentiecentrum in Libië. Een medegevangene helpt haar de wonden te verzorgen.©Guillaume Binet/Myop
Vrouwen slapen op de grond in een detentiecentrum in Libië. ©Guillaume Binet/Myop

Hoe ga jij zelf om met de druk van dit werk?

‘Ik heb me in de loop der jaren gerealiseerd dat we niet alle risico's 100 procent af kunnen dekken. Maar we doen wel alles wat we kunnen, dat is onze plicht. We moeten altijd kunnen uitleggen wat we hebben gedaan om incidenten te voorkomen. Zo lang we dat kunnen doen, ook naar de slachtoffers en hun dierbaren, kan ik het een plaats geven.

De waarde van Artsen zonder Grenzen zit hem er voor mij in wat je als individu voor een ander kan doen. Wij kunnen het conflict in Somalië niet oplossen, maar we kunnen wel de mensen helpen. Die menselijkheid maakt voor mij dit werk de moeite waard.’