Verhuizen naar een vluchtelingenkamp
Mijn naam is Thok Johnson Gony. Ik kom oorspronkelijk uit Bor, een plaatsje in Zuid-Soedan. Ik ben in 1975 geboren – 3 jaar na het einde van de eerste Soedanese burgeroorlog. Mijn familie vertrouwde de situatie niet. Ondanks de vrede besloten we te verhuizen naar het vluchtelingenkamp Itang in Ethiopië. Daar ging ik voor het eerst naar school.
Geen leven voor een kind
In Itang stierf ik bijna aan de mazelen. Dat ik nog leef, is op zich al een groot wonder. Het was een ellendige tijd. Als ik terugdenk aan mijn jeugd, krijg ik tranen in mijn ogen. Voor eten en onderdak waren we afhankelijk van humanitaire hulp. Om toch ergens bij te kunnen horen, probeerden we soms aansluiting te vinden bij de lokale gemeenschap. Die reageerde soms erg vijandig. Het was een leven dat je niemand gunt, zeker een kind niet.
Op zoek naar mijn doel
Al deze ervaringen hebben mij geleerd dat ik een doel moet hebben in mijn leven. Ik heb de angst aan de kant gezet die me tot dan toe beheerste. Mijn schoolresultaten werden beter en beter. Ik bereikte een steeds hoger niveau. Dat ik tijdens mijn jeugd vaak heb gezien hoe medisch specialisten levens redden in een vluchtelingenkamp –waaronder mijn eigen leven- heeft mij diep geraakt. Hun betrokkenheid heeft mij enorm geïnspireerd.
Mijn grote drijfveer
Daarom besloot ik al op jonge leeftijd dat ik verpleegkundige wilde worden. Zo kon ik iets terugdoen voor degenen die mij ooit hadden geholpen. Het werd mijn grote drijfveer om mensen te helpen die medische hulp het hardste nodig hadden. Nadat ik mijn bachelor in verpleegkunde haalde, ben ik in 2000 bij Artsen zonder Grenzen gestart. Mijn eerste baan was in het Akobo Ziekenhuis, op de grens met Ethiopië. Ik heb op verschillende afdelingen gewerkt, waaronder de afdeling besmettelijke ziekten, de voedingskliniek en de Spoedeisende Hulp.
Terugkerende vluchtelingen
Daarna werkte ik via Artsen zonder Grenzen op andere locaties. Eén van de meeste bijzondere momenten was in de plaats Maban, net nadat Zuid-Soedan onafhankelijk werd van Soedan. Ik herinner me nog goed de toestroom van terugkerende vluchtelingen en de enorme hoeveelheid mensen die medische hulp nodig had.
Uitgekozen
Ik heb heel veel kennis vergaard en mijn expertise vergroot doordat ik met humanitaire professionals uit hele wereld kon werken. Maar het heeft mij vooral geleerd hoe mooi menselijkheid is. Ik wilde nu ook buiten Zuid-Soedan mensen in nood helpen. In 2010 heb ik me aangemeld om als internationale hulpverlener uitgezonden te worden. Toch had ik gemengde gevoelens toen bleek dat ik was uitgekozen.
Jeugddroom waargemaakt
Aan de ene kant kon ik bijna niet geloven dat ik met al mijn harde werk mijn verschrikkelijke jeugd had overwonnen. Tegelijkertijd was ik enorm trots: ik had het voorrecht om als hulpverlener uit Zuid-Soedan bij te kunnen dragen aan humanitaire hulp wereldwijd. Ik had mijn jeugddroom waargemaakt.
De rest van de dag liep ik rond met een glimlach van oor tot oor.
Een mooie reis
Ik ging steeds meer uitzien naar mijn eerste missie. Hoe zou het leven in een ander land zijn? Zou ik het wel met mijn internationale collega’s kunnen vinden? Hoe zou ik door de lokale gemeenschap worden ontvangen? Allemaal vragen die mij wel wat nerveus maakten. Inmiddels ben in sinds 2012 een aantal keer over de hele wereld op missie geweest.
Levensreddend werk
In die tijd ben ik van verpleegkundige uitgegroeid tot medisch coördinator, in Afghanistan. Daar zijn we, naast de andere activiteiten die we doen, een project gestart dat mensen helpt met resistente tuberculose. Ik weet nu dat ook Zuid-Soedan een groot aantal medische professionals heeft die overal ter wereld levensreddend werk kunnen doen.
Van kindvluchteling tot medisch coördinator, is dat niet een geweldige reis?