Noor Cornelissen
ProjectcoördinatorIn crisissituaties is projectcoördinator Noor onze spin in het web die alle afdelingen met elkaar verbindt. Ze werkte onder meer op reddingsschip Aquarius, in vluchtelingenkampen in Oeganda en in de Libische detentiecentra. Noor is net terug uit Tsjaad. Daar heeft ze de pilot opgezet waarbij lokale vroedvrouwen worden getraind.
Mirte Sprengers
TropenartsTropenarts Mirte heeft over de hele wereld bevallingen begeleid. Van Bangladesh tot Syrië en Zuid-Soedan. Momenteel is Mirte in Nederland om zich te specialiseren in gynaecologie, zodat ze in de toekomst nog meer kan betekenen voor zwangere vrouwen met complicaties.
Als het ziekenhuis een paar dagen lopen is
Geen pretecho’s, wekelijke controles of een geboorteplan. In Tsjaad en Zuid-Soedan bezoeken zwangere vrouwen vaak pas een kliniek als de baby zich aandient. En zelfs dan niet altijd. Want als het dichtstbijzijnde ziekenhuis een paar dagen lopen is, zoek je de zorg liever bij een lokale vroedvrouw. Op tijd goede hulp zoeken, en krijgen, kan bij een zwangerschap het verschil betekenen tussen leven en dood.
In kritieke toestand
Tropenarts Mirte Sprengers werkte voor Artsen zonder Grenzen in vluchtelingenkamp Bentiu in Zuid-Soedan. Het kamp is overvol en de mensen moeten zien te overleven in belabberde omstandigheden. Om deze mensen van hulp te voorzien, heeft Artsen zonder Grenzen er een ziekenhuis opzet. Mirte heeft hier vele bevallingen mogen begeleiden. ‘Verloskunde is een prachtig vak, waar je als de nood het hoogst is met weinig middelen heel veel kan,’ vertelt ze. ‘Het blijft bijzonder om met nieuw leven te werken.’ In het ziekenhuis behandelde ze vrouwen uit de wijde omgeving. Wat de vrouwen met elkaar gemeen hadden, was dat ze vaak pas in kritieke toestand het ziekenhuis bereikten.
‘Veel vrouwen kunnen niet zomaar even op controle komen. Die zie je pas als er complicaties zijn. Zonder te weten hoeveel weken ze in verwachting zijn of dat ze bijvoorbeeld een tweeling dragen,’ zegt Mirte. ‘Het zijn hele sterke vrouwen die een zwangerschap er nog “even bij” doen. Zo was er een vrouw die drie dagen heeft moeten lopen om ons ziekenhuis te bereiken, mét weeën. Ze had thuis al urenlang geperst, maar wist niet dat het hoofdje te groot was. We brachten haar onmiddellijk naar de operatiekamer om uiteindelijk een gezonde baby op de wereld te zetten.’
Om tijdig vrouwen te identificeren die mogelijk complicaties zullen hebben bij de bevalling, zetten we mobiele teams in. In het vluchtelingenkamp in Bentiu signaleren zij welke vrouwen echt op controle moeten komen. Ook reizen de mobiele teams naar afgelegen gebieden van Zuid-Soedan om actief zwangere vrouwen te benaderen. Wanneer die vrouwen vervolgens op consult komen, kunnen we met de moeders een plan maken voor de bevalling. Waar gaat ze bevallen? Hoe komt ze daar? Heeft ze geld voor de reis? Waar kan ze terecht als er iets misgaat?
Het zijn hele sterke vrouwen die een zwangerschap er nog "even bij" doenMirte Sprengers, Tropenarts
De moedigste vrouwen van het dorp
Ook in Tsjaad moeten sommige vrouwen een tocht van 40 tot 50 kilometer afleggen om de dichtstbijzijnde kliniek te bereiken. De klinieken beschikken veelal niet over een gekwalificeerde verloskundige. Daarnaast moeten de vrouwen een flink bedrag betalen voor een consult. Voor veel vrouwen is de keuze daarom gemakkelijk gemaakt: ze bevallen liever in hun eigen dorp met hulp van de lokale vroedvrouw. Deze vroedvrouwen werken op vrijwillige basis en vertrouwen op hun jarenlange ervaring. Ze hebben echter geen opleiding en kunnen vaak niet lezen of schrijven. ‘De vroedvrouwen worden gezien als de moedigste vrouwen uit het dorp,’ vertelt projectcoördinator Noor Cornelissen, net terug uit Tsjaad. ‘Ze zijn niet bang van bloed en kennen geen schaamte. Deze vrouwen zijn geliefd en worden vertrouwd.’ Helaas gebeurt het regelmatig dat een vroedvrouw niet tijdig de signalen van een gecompliceerde bevalling herkent, waardoor vrouwen en baby’s komen te overlijden. ‘Artsen zonder Grenzen kan dan een kraamkliniek openen, maar dat is geen langdurige oplossing. Elke keer als we vertrekken, verdwijnt de hulp met ons,’ legt Noor uit.
Pilot in 31 dorpen
‘We hebben daarom aan de mensen zelf gevraagd wat we kunnen doen om de zorg voor moeder en kind te verbeteren op de langere termijn,’ vervolgt Noor. ‘Met onze patiënten als partners zijn we een pilot gaan vormgeven. Een pilot waarin de lokale vroedvrouwen worden getraind om betere zorg te kunnen bieden.’ Aan de pilot werken in totaal 31 dorpen mee. Elk dorp heeft één vroedvrouw geselecteerd. Zij worden door teams van Artsen zonder Grenzen getraind in het herkennen van complicaties en in het verzorgen van een hygiënische en zo veilig mogelijke bevalling. Ook worden de vroedvrouwen uitgerust met medicijnen, medisch materiaal en stevig schoeisel om zwangere vrouwen in moeilijk begaanbare gebieden te bereiken. Vroeger werden de vroedvrouwen “betaald” met een kopje suiker of wat meel, nu krijgen ze vanuit de gemeenschap een maandelijkse bijdrage. Geen salaris, maar wel een erkenning van hun werk. ‘Het maakt deze vrouwen trots dat hun werk voor andere vrouwen nu gezien en erkend wordt,’ vertelt Noor. ‘Ze zijn dolenthousiast om mee te doen. Eén vroedvrouw die niet was geselecteerd voor de pilot, kwam toch elke cursusdag opdagen. Ze wilde zich zo graag inzetten voor andere vrouwen in haar gemeenschap. Die motivatie om hulp te bieden, kunnen we alleen maar aanmoedigen.’
Voorzichtige successen
In Tsjaad zijn de eerste successen van de pilot geboekt. ‘In de afgelopen maanden is het aantal vrouwen dat een prenataal consult kreeg, enorm toegenomen,’ zegt Noor. ‘Ook zien we dat het aantal vrouwen dat doorverwezen wordt voor specialistische zorg toeneemt.’ In de toekomst zijn onze teams in Tsjaad van plan deze vroedvrouwen ook te trainen in het behandelen van slachtoffers van seksueel geweld of het geven van voorlichting over anticonceptie. Samen met het ministerie van Volksgezondheid zorgen we ervoor dat de 31 vroedvrouwen de komende tijd regelmatig supervisie en ondersteuning krijgen. ‘En in de komende maanden starten we met het opleiden van nog eens 50 vroedvrouwen in een ander gebied,’ zegt Noor. ‘Een veelbelovend vooruitzicht.’