‘In Somalië zit er nauwelijks tijd tussen de ene en de andere ramp’

De meeste kinderen die arriveren in onze voedingsklinieken zijn zwaar ondervoed. ‘Sommigen zijn bij binnenkomst al vel over been,’ zegt Asma. ‘Als een kind lange tijd in deze staat verkeert, beïnvloedt dat zijn of haar hele toekomst. Zonder voldoende voeding kunnen de hersens zich niet goed ontwikkelen en is het kind fysiek zeer kwetsbaar.’ Ook heeft een kind dat is ondervoed een verzwakt immuunsysteem. Het is daardoor vatbaarder voor besmettelijke ziektes. ‘In Baidoa zien we veel kinderen die zijn terechtgekomen in een vicieuze cirkel. Eerst behandelen we ze tegen ondervoeding, later komen ze terug met mazelen. Of andersom.’

Onze teams hebben een noodprogramma opgezet op de kinderafdeling van het ziekenhuis in Baidoa. We werken er op de eerste hulp, behandelen kinderen die zijn opgenomen en bieden zorg aan moeders. Onze mobiele teams gaan ook naar de mensen toe: elke week nemen we zo’n 500 kinderen op in onze voedingsprogramma’s. Daarnaast bouwen we toiletten en delen we schoon drinkwater uit. Toen er cholera uitbrak, hebben we onmiddellijk een behandelcentrum geopend. ‘Als Somalische vind ik het moeilijk om te zien hoe zwaar onze gemeenschap het heeft,’ zegt Asma. ‘In ieder geval kunnen we een beetje verlichting bieden door gezondheidszorg beter toegankelijk te maken. Niet alleen in Baidoa: mensen kunnen in verschillende delen van Somalië bij ons terecht.’