Op de vlucht in eigen land
Wist je dat van de 79,5 miljoen vluchtelingen wereldwijd, 45,7 miljoen mensen op de vlucht zijn in hun eigen land? Dat meldt de UNHCR, de VN-organisatie voor vluchtelingen, in hun jaarlijks rapport. Hetzelfde geldt voor de staat Benue, Nigeria. Hier leven naar schatting 160.000 binnenlandse vluchtelingen in en buiten de kampen. Zoals in markten, scholen, of bij andere gezinnen in huis.
Het conflict tussen boeren en herders
Hoewel het conflict tussen boeren en herders complex is, gaat het voornamelijk over concurrentie om natuurlijke bronnen. Denk hierbij aan voedsel en water. Rondtrekkende herders worden steeds verder naar het zuiden gedreven op zoek naar land om hun vee op te laten grazen. Dit komt onder andere door de gevolgen van klimaatverandering zoals woestijnvorming, waardoor de beschikbare vruchtbare grond afneemt. Ook zijn veel herders op de vlucht door geweld en onveiligheid in het noorden. Het land waarop herders zich vestigen, wordt echter opgeëist door boeren. In 2018 zijn door een plotselinge gewelddadige escalatie tussen herders en boeren naar schatting 300.000 mensen uit hun huizen gevlucht. Bij dit conflict kwamen 1.300 mensen om het leven.
Verdreven van huis door het conflict
Onze teams spreken veel mensen tijdens het werk. Velen van hen praten over de uitdagingen van hun nieuwe leven. 'Je hebt niet langer het comfort van thuis. Je deelt alles niet alleen met familie, je deelt met iedereen en niets is van ons ‘, zegt Oussange, een oudere vrouw in het Mbawa-kamp. En vaak vertellen mensen ons over hun angsten voor de toekomst: ‘Zelfs als we zonder geweld naar huis kunnen gaan, moeten we helemaal opnieuw beginnen. Thuis staat er geen eten of onderdak op ons te wachten. Ik hoop dat mensen mijn stem zullen horen en begrijpen dat we hulp nodig hebben’, zegt Agbobo Philomena, die met haar vijf kinderen in het Naka-kamp woont na een aanval. Haar man werd gedood, haar huis verbrand.
Wat doen onze teams?
Wij werken sinds 2018 in Benue en bieden hier behandelingen aan voor malaria en seksueel geweld. We houden ons bezig met het bouwen van water- en sanitaire voorzieningen zoals toiletten. Ook is ons team bezig met het opzetten van coronahulp.
Zorgelijke omstandigheden
In het Mbawa-kamp zagen onze teams hoe sommige tenten door twee, of zelfs drie, gezinnen werden gedeeld. Op een markt kruipen meerdere gezinnen samen onder bomen of in oude marktkramen. Door overbevolking, afval en afvoerproblemen zijn veel waterbronnen vuil en onveilig. Ziekten verspreiden zich snel onder deze omstandigheden. Ook de toename van malariapatiënten is zorgelijk: van 119 in mei tot 666 in juni en 1269 in juli. Het gaat vooral om kinderen onder de vijf jaar. Door de omstandigheden waarin ze leven, lopen ze ook een groter risico op huidziekten en luchtweginfecties.
‘Ik ben alles kwijt’
In Benue komen de meeste mensen aan met weinig of geen bezittingen. Tijdens een evaluatie van het Naka-kamp vertelde Agbobo Philomena ons team: ’Nadat ze mijn man hadden vermoord, nam ik mijn vijf kinderen mee en kwam hier terecht. Ik kwam hier precies zoals je me nu ziet, zonder spullen. De herders hebben mijn huis verbrand en alles wat ik had. Ik heb geen matje om op te slapen of zeep om mij te wassen. Schoon water krijgen is ook een flinke uitdaging. Ik heb maar één klamboe en die gebruik ik om mijn jongste kind te beschermen.’
Geen kans om te zaaien of te oogsten
Veel boerderijen die ooit succesvol waren, zijn vernietigd. Zelfs waar land nog bruikbaar is, melden veel mensen dat ze te bang zijn om terug te gaan om te zaaien of te oogsten. ‘Ik ben hier al een hele tijd. Ik ben een paar keer terug naar huis gegaan om te kijken of het weer veilig was om daar te wonen. Maar sinds vorig jaar werd het veel gevaarlijker om naar huis te gaan’, vertelt Orchi. Mensen worden hier wanhopig. ‘Er is hier geen eten. Mijn moeder is wel eens naar de markt gegaan om resten eten van de grond te scheppen. Ze gebruikte een zeef om de korrels van de aarde te scheiden, zodat ze het kon opeten’, zegt Orchi.
Voedsel te duur
Veel van de mensen die ooit gewassen verbouwden in een zeer vruchtbaar gebied van Nigeria, kunnen zich nu niet eens meer veroorloven om voedsel voor zichzelf te kopen. Naarmate de voedselvoorraad afneemt, stijgen de prijzen. 'Als je nu naar de markt gaat voor een zak maïs, kost dat 15.000 naira. Vroeger waren het slechts 5.000 naira. Ik was vroeger een maïsboer en nu is het moeilijk om het zelfs maar te kopen!’ zegt Edward Nyam, een voormalige boer in het Mbawa-kamp.
Twee uitdagingen: voedsel en onderdak
Sinds 2019 zijn de voedseldistributies minder regelmatig en verder verminderd met corona (COVID-19). Dit komt door de logistieke uitdagingen die daarbij komen kijken. Er zijn recentelijk verbeteringen doorgevoerd, maar distributies zijn nog steeds meestal alleen bestemd voor officiële kampen. Volgens de gevluchte John Alenda vanuit de oude markt: ‘We hebben hier twee grote uitdagingen, voedsel en onderdak. Vóór de pandemie waren er meer voedseldistributies. Hier wonen 5.000 mensen. Omdat dit geen officieel ontheemdenkamp is, is het moeilijker om voorraden te krijgen.’