Pieterjan Wouda – logistiek adviseur
‘Bij flinke logistieke uitdagingen denk ik aan een van onze grote vaccinatiecampagnes in Tsjaad. Daar was de mazelen uitgebroken. Kinderen in Tsjaad zijn daar niet standaard voor ingeënt en dus kan de ziekte al snel veel dodelijke slachtoffers maken. Het was een race tegen de klok. We moesten bijna 100.000 kinderen vaccineren.
Je moet je voorstellen: we zitten daar in een woestijn waar de thermometer elke dag de 40 graden aantikt. Mijn team en ik moeten er dan voor zorgen dat er 100.000 vaccins gekoeld op de vaccinatielocaties terechtkomen. De vaccins mogen nooit warmer worden dan acht graden, anders kun je ze weggooien.
We zitten daar in een woestijn waar de thermometer elke dag de 40 graden aantiktPieterjan Wouda, logistiek adviseur
Toen de vaccins per vliegtuig aankwamen, stonden we al op de landingsbaan te wachten om ze direct in koelboxen te stoppen. Vanuit daar vervoerden we ze naar onze speciale koelkasten. Onze vaccinatieteams reizen naar de meest afgelegen plekken om daar in één dag heel veel kinderen in te enten. Als ze op pad gaan vervoeren we de vaccins in koelboxen met 24 icepacks. Het is echt logistiek precisiewerk om de vaccins tijdens het hele traject koel te houden.
Wat het nog uitdagender maakte, is dat er destijds in die regio veel auto’s werden gekaapt. Het was daarom geen optie om met onze gewilde terreinwagens naar de afgelegen vaccinatielocaties af te reizen, die zouden er een voor een worden uitgepikt. Toen hebben we besloten om dan maar met hele oude vrachtwagens op pad te gaan waar geen enkele dief interesse in zou hebben. Zo reden we uiteindelijk in colonne in oude Mercedessen uit de jaren zestig door de woestijn. Op die manier hebben we bijna 100.000 kinderen toch weten te vaccineren.’
Anwar Sadat – logistiek adviseur
‘In 2017 vluchtten in korte tijd honderdduizenden Rohingya van Myanmar naar Bangladesh. Daar kwamen zij terecht in enorme kampen. We hebben daar direct een grote noodhulpoperatie opgezet. Ik was verantwoordelijk voor de medische bevoorrading.
Er waren elke dag al grote uitdagingen en toen brak de dodelijke ziekte difterie uit in het kamp. Onze artsen hadden zo snel mogelijk meer dan een miljoen pillen tegen difterie nodig. Voor de patiënten, maar ook voor de mensen met wie ze contact hadden gehad om zo de verspreiding van de ziekte te stoppen.
We hebben een groot magazijn in Amsterdam met deze medicijnen, maar door de importbeperkingen in Bangladesh zouden ze nooit op tijd door de douane komen. Mijn team moest er toch voor zorgen dat onze patiënten de pillen heel snel zouden krijgen. We zijn toen binnen Bangladesh op zoek gegaan naar betrouwbare medicijnfabrikanten die exact ditzelfde medicijn produceerden. Die waren er, maar niemand kon zo’n grote hoeveelheid in één keer leveren. De een had 4.000 pillen, de ander 20.000 en zo onderhandelden we met alle hoeken van Bangladesh om elke dag de kliniek weer te bevoorraden. En dan moesten we ook nog zorgen voor het transport. Sommige leveringen kwamen per vliegtuig aan. Voor andere moesten we weer speciale minibusjes regelen. Het was een enorme puzzel, maar het moest lukken. Als ik in bed lag, dacht ik opgelucht: we hebben het vandaag weer gered, kijken hoe we het morgen oplossen. Maar we zijn die weken doorgekomen. We hebben meer dan 6.000 patiënten behandeld en de uitbraak de kop in kunnen drukken.’
De een had 4.000 pillen, de ander 20.000en zo onderhandelden we met alle hoeken van Bangladesh om elke dag de kliniek weer te bevoorraden.Anwar Sadat, logistiek adviseur
Olaf Pots – logistiek coördinator
‘We werken vaak in afgelegen gebieden, waar niet alles voor handen is. Daarom moet je soms creatief zijn om een leven te redden. Zo ook tijdens de burgeroorlog in Sri Lanka.
In ons ziekenhuis hielp onze chirurg honderden patiënten. Op een dag kreeg hij een 11-jarige jongen binnen met ernstig rugletsel. Voor de juiste behandeling moest hij naar een ziekenhuis zo’n vier uur verderop. De enige weg daarnaartoe ging over een hobbelige zandweg en de jongen zou zelfs verlamd kunnen raken door het geschok van de auto op die route. Op zo’n moment wordt er naar mij als logistieker gekeken om iets te regelen.
Toen hebben we besloten om zelf iets te bouwen om de jongen toch te kunnen vervoeren. Samen met een timmerman en een automonteur zijn we aan de slag gegaan met een van onze terreinwagens. We hebben met ductape, planken, binnenbanden van fietsen, yogamatjes en schokdempers van een brommertje een speciale constructie gebouwd om de jongen te kunnen fixeren en de schokken op te vangen. De chirurg gaf ons aanwijzingen hoe het er precies uit zou moeten zien. En het werkte!
We hebben de jongen in de constructie getild en zijn op weg gegaan naar het ziekenhuis. Heel langzaam reden we over de hobbelige weg. De reis duurde elf uur. Zo is hij uiteindelijk veilig aangekomen. Natuurlijk was het spannend, maar niks doen was geen optie. De jongen is gelukkig hersteld en kon uiteindelijk weer lopen. Maanden later kwam hij met zijn ouders langs om ons als dank een grote zak snoep te geven.’
12.000 ton aan hulpgoederen per jaar
Voordat onze medische teams hun levensreddende werk kunnen doen, moet er heel veel gebeuren. Zo zorgen onze logistieke teams op de meest afgelegen plekken voor de auto’s, elektriciteitsaansluitingen, ziekenhuisgebouwen, veiligheid en internet.
Een belangrijk deel van ons werk is ook de bevoorrading van onze projecten. Daarom hebben we zelf vier grote logistieke centra in Europa en Oost-Afrika. Daar slaan we allerlei hulpgoederen op zoals medicijnen, medische apparatuur en stroomvoorzieningen. Elk jaar leveren deze centra zo’n 12.000 ton aan hulpgoederen aan onze klinieken, ziekenhuizen en andere projecten wereldwijd. Ook hebben we hier speciale kits klaarstaan voor acute noodsituaties. Zo kunnen we snel in actie komen en zijn we niet afhankelijk van derde partijen. In nood kunnen we bijvoorbeeld binnen 48 uur een veldhospitaal op de plek van bestemming hebben.
De logistiek rondom het coronavaccin
De hele wereld wacht op een vaccin tegen corona. Maar als die er uiteindelijk is, hoe complex wordt dan de logistieke uitdaging om het vaccin te verspreiden?
‘Het opzetten van vaccinatiecampagnes is grotendeels een logistieke operatie’, vertelt ons biomedisch expert Eric Kwizera. ‘Hoe complex die logistieke operatie wordt, hangt helemaal af van het vaccin. Wordt het een injectie of kun je het bijvoorbeeld toedienen via druppels? Daarbij is het van belang op welke temperatuur het vaccin moet worden opgeslagen en vervoerd. Op kamertemperatuur, tussen de 2 en 8 graden Celcius, of op 80 graden onder nul zoals het ebolavaccin. Hoe kouder, hoe ingewikkelder het is om afgelegen gebieden te bereiken. We hebben heel veel ervaring met dit soort logistiek. Zo hebben we speciale magazijnen, medische koelkasten en andere uitrusting om vaccins koel te houden en naar de meest afgelegen gebieden te brengen. Als we weten hoe het vaccin er precies uitziet, dan staan we zeker klaar met onze expertise.’