Martijn Hofman

Martijn Hofman

Psycholoog

Voor zijn stage ging Martijn Hofman naar Roemenië, waar hij onderzoek deed naar het psychisch welzijn van kinderen in kindertehuizen. Na zijn afstuderen vertrok hij opnieuw naar het buitenland. Dit keer voor een onderzoek naar de psychosociale impact van kinderarbeid. Inmiddels is hij terug in Nederland, waar hij deze ervaringen gebruikt als psycholoog in de interculturele psychiatrie. Daarnaast doet hij regelmatig vrijwilligerswerk voor vluchtelingen, zoals afgelopen jaar op Lesbos. ‘Ik heb een sterke drijfveer om mensen met verschillende culturele achtergronden te helpen.’

Psycholoog Kaz de Jong

Kaz de Jong

Hoofd van de gezondheidsdienst voor hulpverleners

Sinds 1994 werkt Kaz de Jong als psycholoog bij Artsen zonder Grenzen. Zowel in het veld als op de medische afdeling. Nu is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor de mentale gezondheid van onze medewerkers. Sinds het uitbreken van de coronacrisis biedt hij psychologische hulp aan het zorgpersoneel van Nederlandse ziekenhuizen en verzorgingshuizen.

Van welk moment in je carrière heb je het meest geleerd?

Ik heb veel geleerd van een bijzonder gesprek tijdens mijn eerste missie in Sarajevo, in 1994. Ik zette daar een programma op voor psychologische zorg aan oorlogslachtoffers. Een man vertelde mij daar zijn heftige verhaal. Zijn zoon, dochter en kleinkinderen waren vermoord en zijn huis was in brand gestoken. Ik vroeg hem wat maakte dat hij nog door kon gaan. En ondanks de pijn wist hij te formuleren wat zijn leven toch nog zinvol maakte. Dat heeft mij geleerd om in elke situatie te kijken naar die kleine lichtpuntjes die het leven de moeite waard maken. Want dan zie je ineens dat er nog veel mogelijk is. Mensen willen niet leren dat ze pijn hebben. Dat weten ze al. Ze willen wel erkenning voor hun lijden, maar ze willen ook dóór. Dat inzicht gebruik ik tot op de dag van vandaag.

Is er een persoon geweest die jou in het bijzonder is bijgebleven?

Eén collega is voor mij heel belangrijk geweest; Marleen Diekmann. Ik heb veel met haar gewerkt in het veld. Ze is helaas overleden. Zij leerde mij dat wanneer er stiltes vallen in een gesprek, er altijd belangrijke wendingen komen. ‘Omarm die stiltes en ga ze niet invullen’, zei ze. ‘Laat de mensen zelf vertellen waar hun behoefte ligt.’

Ik zeg vaak tegen mijn cliënten: ik ben een taxichauffeur. Ik kan je overal heen brengen, maar jij moet me vertellen waar ik heen ga. Ik zorg ervoor dat je er veilig komt. Soms worstelt een patiënt bijvoorbeeld met de zorg voor zijn of haar kinderen. Dan wordt dat het thema van de behandeling. En niet de ‘depressie’ of het ‘trauma’ dat vaak wel achter de problemen zit. Een concrete oplossing vinden is heel relevant voor onze doelgroepen. Sommige mensen die wij helpen, moeten uren in de rij staan voor een fles bakolie. Die hebben geen tijd voor langdurige behandelingen.

Als mensen niet eens genoeg te eten hebben, heeft mentale hulp dan wel zin?

Draai het eens om: heeft hulpverlening zin zonder psychologische hulp? Wat heb je eraan om voedsel uit te delen, als mensen het niet eens op kunnen brengen om in de rij te gaan staan? Of als mensen niet meer eten, omdat ze zo droevig zijn over wat ze hebben meegemaakt? Medische en psychologische hulp zijn onlosmakelijk verbonden.

Wanneer heb je een succes behaald?

Als mijn werk zinvol is geweest. Daarom vraag ik altijd aan het einde van een sessie: vond je dit zinvol? En vaak wordt dit dan bevestigd. Ik wil dan graag weten wat er zinvol was en waarom. Gelukkig kunnen mensen dat vaak heel goed aangeven. Daar leer ik van. Mensen zijn altijd erg eerlijk, soms hoor ik ook dat het beter had gekund. Ik neem alle feedback mee in de voorbereiding van een volgende sessie.

Ook in Nederland hebben we een heftige tijd achter de rug. Hoe heb je het Nederlandse zorgpersoneel geholpen om mentaal gezond te blijven?

Daarvoor heb ik mijn jarenlange ervaring met crisissituaties gebruikt. Tijdens de ebola-epidemie van 2014, heb ik ook in zo’n beschermend pak gelopen. Het is heel zwaar om in dat soort omstandigheden te werken. En omdat ik het zelf heb ervaren, kan ik me goed verplaatsen in de situatie van hulpverleners. Ze voelen zich daardoor begrepen.

Het is belangrijk dat hulpverleners hun hele verhaal kunnen vertellen. Ik vraag ook naar wat zij hebben betekend voor hun patiënten, en wat ze geleerd hebben. Door daarop te focussen, haal je hun potentie weer naar boven. En is het belangrijk dat ze beseffen dat wat ze doormaken normaal is in deze heftige situatie.

Wat is het mooiste moment uit je carrière?

Poeh… Ik denk dat ik die vraag pas kan beantwoorden als ik stop met werken, want er gaan nog zoveel mooie momenten komen!

Zorg voor eigen personeel

Samen met zijn team staat Kaz hulpverleners van Artsen zonder Grenzen bij die het moeilijk hebben. Dat kan variëren van advies bij een ruzie tussen collega’s, tot het behandelen van iemand met een posttraumatische stress-stoornis. In landen als Pakistan en Jemen worden managers van de hulpprojecten getraind in het omgaan met stressvolle situaties. Vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam staat het team 24 uur per dag klaar voor medewerkers in het veld of collega’s die terugkeren uit de hulpprojecten. Afgelopen jaar hebben 800 medewerkers via deze weg steun gezocht.