Kiera Sargeant
medisch coördinator‘Of onze hulp succesvol is, hangt helemaal af van ons vermogen om te luisteren.’
50.000 vluchtelingen uit Tigray
Kiera, medisch coördinator in Soedan, verleende hulp toen eind vorig jaar 50 duizend mensen uit de Ethiopische provincie Tigray de grens overstaken naar Soedan. De mensen werden door onze teams opgevangen bij de grens, in Hamdayet. ‘Of onze hulp succesvol is, hangt helemaal af van ons vermogen om te luisteren’, zegt Kiera. ‘Uit gesprekken met de mensen bleek bijvoorbeeld dat een aantal kilometer verderop, tiendduizenden mensen op een open marktplein verbleven. Zonder enige vorm van hulp.
Zieken en gewonden behandeld
Ze wisten de weg niet naar het opvangcentrum, of waren compleet ingestort na vijf dagen lopen. Sommige wilden ook gewoon dichtbij de grens blijven in de hoop nieuws te horen van familie en vrienden. We zijn er zo snel mogelijk naartoe gegaan. Er was behoefte aan alles. We hebben eenvoudige wc’s gebouwd en schoon drinkwater uitgedeeld. Zieken en gewonden hebben we naar een kliniek in de buurt gebracht, waar onze teams inmiddels ook te hulp waren geschoten. We hebben mensen behandeld met granaatscherven en schotwonden. Veel mensen waren er geestelijk slecht aan toe. Een jonge Ethiopische man staat me nog goed bij. Hij vertelde in tranen dat hij zoveel mensen had zien doodgaan voor zijn ogen. Veel van hen waren dorpsgenoten, zijn vrienden.’
Tom Ser
psychosociaal hulpverlener‘Onze eerste focus ligt op contact maken.’
Psychische zorg aan vluchtelingen
Tom Ser uit Nigeria weet als geen ander hoe essentieel het is om goed te luisteren naar de mensen die je helpt. Hij verleent psychosociale hulp in vluchtelingenkampen in Nigeria. Psychische zorg is een belangrijk onderdeel van onze hulp aan mensen die zijn gevlucht. ‘Veel mensen hier zien hun mentale problemen als een onderdeel van zichzelf, als iets waarmee ze moeten leven. Ze zijn zich er niet van bewust dat ze hulp kunnen zoeken. Of weten niet hoe en waar dat kan. Terwijl hun dagelijks leven flink wordt beïnvloed door wat ze hebben meegemaakt. Onze eerste focus ligt daarom op contact maken met de mensen. Zodat zij weten wie wij zijn en wij hun cultuur en context leren begrijpen. Zo kunnen wij op de juiste manier en met respect de hulp bieden die zij nodig hebben’, legt Tom uit.
‘We vertellen bijvoorbeeld over de oorzaken van een trauma. Je ziet dan dat mensen zich ineens beseffen dat zij iets soortgelijks hebben meegemaakt. En dat ze hulp nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze niet goed functioneren binnen de gemeenschap. Zodra mensen zien dat hun situatie door onze hulp verbetert, gaat het als een lopend vuurtje rond. Steeds meer mensen weten ons dan te vinden.’
Noodhulp op basis van prioriteiten
Medische en psychische zorg zijn onmisbaar, maar ook praktische zaken vragen aandacht. Toiletten bijvoorbeeld, en drinkwater. In een crisissituatie inventariseren we ter plekke wat de hoogste noden zijn. 'Alles begint met schoon drinkwater’, stelt Nick Schreiner, specialist op het gebied van water. ‘Ziekten als ebola en cholera worden overgedragen door besmet water. Schoon water kan het verschil betekenen tussen leven en dood.’ Nick heeft geholpen toen honderdduizenden Rohingya vanuit Myanmar op de vlucht sloegen naar buurland Bangladesh. Ze kwamen terecht in wat uiteindelijk het grootste vluchtelingenkamp ter wereld zou worden. Bijna een miljoen vluchtelingen op een stuk land niet groter dan het centrum van Amsterdam. ‘Door samen te werken met de mensen uit het kamp, hebben we meer dan 450 waterputten kunnen bouwen. Veel van hen waren mijnwerkers met ontzettend veel kennis op dit gebied. Zonder hen, hadden we dit nooit voor elkaar gekregen.’
Samenwerken cruciaal
Ook in het vluchtelingenkamp in Bentiu, Zuid-Soedan, is de samenwerking met de mensen uit het kamp zelf cruciaal. In het kamp leven ongeveer 100.000 vluchtelingen. Het ontstond in 2013, toen de bevolking op de vlucht sloeg voor de oplaaiende burgeroorlog in het land. De mensen kampen met ondervoeding, malaria en diarree en andere aandoeningen die vaak het gevolg zijn van de leefomstandigheden. Onze teams runnen hier een ziekenhuis met 150 bedden. Bijna alle 500 medewerkers, van arts tot kok, zijn mensen uit het kamp zelf. Ze worden versterkt door nog eens 25 hulpverleners van overal ter wereld. Zij geven trainingen aan de hulpverleners uit het kamp, zodat zij de mensen hier nog beter kunnen helpen.
Kai Puok Chong
clinical officer‘De trainingen helpen mij als arts enorm, maar natuurlijk vooral de hele gemeenschap.'
Snel schakelen
Kai Puok Chong woont zelf in het kamp in Bentiu. Als clinical officer assisteert hij artsen met medische en ondersteunende handelingen. In zijn werk is snel schakelen van levensbelang. Zeker in het malariaseizoen, als er veel ernstig zieke kinderen tegelijk het ziekenhuis worden binnengebracht. In ons ziekenhuis heeft Kai een training gekregen om snel te bepalen welke kinderen direct hulp nodig hebben. Als het nodig is kan hij ook direct de eerste hulp bieden die zij nodig hebben. Hiermee worden veel doden voorkomen. ‘Er zijn door deze aanpak al zoveel levens van kinderen gered. Het is geweldig om te zien hoe kinderen gezond het ziekenhuis verlaten, aan de hand van hun ouders die alle hoop al verloren waren. De trainingen helpen mij als arts enorm, maar natuurlijk vooral de hele gemeenschap’, zegt Kai. Inmiddels geeft hij de training nu ook zelf aan hulpverleners uit het kamp. ‘Samen redden we steeds meer levens.'
1% van alle mensen wereldwijd is op de vlucht
Op dit moment zijn wereldwijd meer dan 80 miljoen mensen op de vlucht. Dat betekent dat er van elke 100 mensen in de wereld, 1 op de vlucht is. Meer dan twee derde van de vluchtelingen komt uit slechts vijf landen: Syrië, Venezuela, Afghanistan, Zuid-Soedan en Myanmar. Maar geen land of mens is hetzelfde. En dat geldt dus ook voor onze hulpverlening. ‘De zorg die wij bieden in een noodsituatie zul je nooit kunnen leren uit een boek’, aldus Kiera.