Geraakt door oorlog

In de plaats Bangassou leven duizenden mensen op het terrein van de katholieke kerk. De meeste vluchtelingen zijn moslims, die een veilig heenkomen zochten na aanvallen op het dorp door zogeheten ‘zelfverdedigingsgroepen’. Het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek speelt zich onder meer af volgens religieuze lijnen.

Deze jongen – die onherkenbaar wil blijven – vluchtte met zijn familie uit het dorp Nzako. Ze verbleven maandenlang in de bossen om uit de handen van gewapende groepen te blijven. Ze hadden nauwelijks eten en schoon water. Door zulke erbarmelijke leefomstandigheden liep de jongen huidinfecties op. Ze bereikten uiteindelijk het plaatsje Bakouma.

Onze teams geven op zo veel mogelijk plekken medische hulp. Dat doen zij met mobiele klinieken en in bestaande ziekenhuizen en klinieken, zoals in het plaatsje Niakara.

Onze hulpverleners behandelen duizenden mensen, onder meer voor malaria.

Destin (15) komt uit het dorp Gambo. Hij kwam middenin het geweld te zitten door twee strijdende groepen. Hij werd daarbij in zijn borst getroffen door een pijl. Hij wist te ontsnappen en vluchtte te voet naar de plaats Bangassou, zo’n 75 kilometer verder. In het ziekenhuis in Bangassou wordt hij behandeld.

Bangassou heeft zelf ook hevig onder vuur gelegen. Een groot deel van de bevolking is dan ook gevlucht. Van de ooit zo levendige markt is nu niet veel meer over.

Medische voorzieningen worden niet gespaard bij het geweld. Enorme gaten in de muren van een lokale apotheek zijn illustratief voor het willekeurige gevaar.

Dieudonné werd aangevallen door mannen met machetes. Hij liep daarbij diepe snijwonden op.

Ook veel mensen zijn gevlucht richting de grens met DR Congo, aan de overkant van de rivier bij Bangassou. Onze teams gaan regelmatig de rivier op om mensen te helpen.

Ondanks de vernietigende impact van het geweld, blijft de bevolking veerkrachtig. Op veel plekken is echter snel meer hulp nodig om mensen bij te kunnen staan.