Jeltje Danhof
artsJeltje werkt voor Artsen zonder Grenzen omdat ze vindt dat ieder mens het verdient dat er naar hem of haar wordt omgekeken. Inmiddels is zij op haar vierde missie. 'Mijn doel is niet de wereld "te redden" of "beter te maken." Ik doe het simpelweg omdat ik vind dat ieder mens het verdient dat er naar hem of haar wordt omgekeken. Ik leer heel veel van het werk; zowel medisch als persoonlijk. Persoonlijk vind ik het enorm boeiend om echt onderdeel te zijn van een andere cultuur.'
Stil staan
Een paar weken na aankomst bleef ik mij nog steeds verbazen om wat ik om me heen zag, ook al was het niet ‘nieuw’ meer. Vrouwen in talloze verschillende blauwe burka’s, mannen met baarden en tulbanden, kinderen op blote voeten. Maar soms liet ik mijzelf toe erbij stil te staan en drong het echt tot me door: ik ben in Afghanistan!
Nieuws vs. realiteit
Het voelt alsof ik mijn hele leven talloze nieuwsberichten heb gehoord over dit land, vooral slecht nieuws. En nu liep ik er zelf rond, leerde ik er mensen kennen, at hun eten, dronk thee met ze. Dit land was totaal niet zoals ik het verwacht had dat het was.
Verveling?
Al snel sloop een zekere routine in mijn dagen: de rit naar het ziekenhuis, ochtendrondes, echo’s, bevallingen, vacuümextracties (bevallingen met behulp van een vacuümpomp in plaats van een verlostang om de baby te halen). Met op zijn minst 30 bevallingen per dag was er altijd werk voor ons aan de winkel – van verveling geen sprake in Helmand!
Van ver
De verloskundige afdeling is groot: 60 vroedvrouwen en 5 dokters die in diensten op de verpleegafdelingen werken. 54 bedden die meestal allemaal bezet waren. Op drukke dagen hebben mensen – patiënten, hun familieleden en andere mensen die met hen mee zijn gekomen – geen andere keuze dan in de gangen te slapen. Ze zijn van ver gekomen, uit gebieden waar het gevaar op de loer ligt: explosies, geweervuur, checkpoints. Ze moeten hun leven wagen om het ziekenhuis te bereiken.
Te laat
Als gevolg van de oorlog komen mensen niet met milde klachten naar het Boost ziekenhuis. Ze wachten tot het echt noodzakelijk is. En dat houdt in dat mensen ook te laat komen en dat de ziekte zo vergevorderd is dat we ze niet meer kunnen redden. Dat het enige wat ons rest is te zorgen dat zij op een waardige, zo pijnloos mogelijke manier overlijden.
Baby zonder moeder
Zo behandelde ik een moeder die in zeer slechte toestand ons had bereikt, ze had een infectie opgelopen tijdens een thuisbevalling. Normaliter zou zo’n ontsteking eenvoudigweg met antibiotica behandeld kunnen worden. Maar deze moeder was zo erg eraan toe dat ze overleed, een paar uur na aankomst. Het brak mijn hart, ik moest denken aan de pasgeboren baby die zij had achtergelaten.
Andere soort slachtoffers
Mensen als deze vrouw zijn de stille slachtoffers van de oorlog. Zij tellen niet mee in de statistieken als oorlogsdoden, maar ze zijn absoluut slachtoffers. De gevechten hebben de toegang tot medische zorg enorm verminderd. Het enige wat ik kon doen is te helpen waar ik kon, hiervan getuige zijn en mij er niet voor af te wenden. Mensen laten zien dat ik om hen geef. En hen een stem te geven, door over hen te schrijven, door hen een plaats te geven in mijn herinneringen.
Kansen en curry’s
Ondanks alles denk ik ook op positieve wijze terug aan mijn tijd in Helmand. Elke dag kreeg ik de kans om met moeders te praten die weer beter werden nadat ze ernstig ziek waren geweest, om moeders te feliciteren met de geboorte van hun baby (en de baby’s lekker te knuffelen!). Ik maakte er een gewoonte van met mijn Afghaanse collega’s te lunchen. Met zijn allen zaten we op de vloer rond talloze kommetjes en dipten we ons brood in wonderbaarlijk heerlijke curry’s en sauzen. In het weekend bakte ik zuurdesem pannenkoeken voor mijn team die we dan samen verorberden in de zon. Met een aantal teamleden ging ik ’s avonds fitnessen en we moedigden elkaar echt aan vol te houden.
Eigen ogen
En nu is er een eind gekomen aan mijn missie. Ik ben redelijk uitgeput. Ik heb gezwommen, en verdronk soms, in het werk. Maar aan de andere kant barst ik van energie omdat ik hier mocht werken. In deze totaal andere wereld. Een wereld die ik hiervoor alleen kende van het nieuws maar nu eindelijk met eigen ogen heb mogen aanschouwen.