Ze verkrachten je in de gevangenis. Ze zoeken naar jonge meisjes, je kunt niet weigeren: ze hebben geweren, ze schreeuwen naar je in hun taal. Ik hoopte dat ze mij oud zouden vinden, dat ze niet naar me zouden kijken. Ze kwamen ’s nachts, drukten een pistool op je hoofd. Ze wilden vooral jonge, slanke meisjes. Ze knijpen je in de borsten, ze doen met je wat ze willen, betasten je. Ze dwingen je hen te bevredigen. Ze dwongen mij.

Afgeranseld

Ze waren boosaardig. Zelfs als je ziek was, zouden ze je niet helpen, nog niet eens een pil geven. Het kan ze niks schelen als je doodgaat. Als je uit Nigeria komt, zoals ik, riepen ze dat Nigerianen voor Khaddafi vochten. Je kreeg meteen een klap. Nigerianen werden afgeranseld met een zweep, alsof je een beest bent. Ik vroeg: ‘Breng me terug naar mijn land.’ Zij zeiden: ‘Jullie president is niet goed, jullie zullen hier doodgaan.’

Een detentiecentrum in Tripoli, Libië
Een detentiecentrum in Tripoli, Libië, waar vluchtelingen vastzitten onder verschrikkelijke leefomstandigheden. ©Ricardo Garcia Vilanova

Treiteren

Elke dag waren we aan het bidden. Elke dag huilden mensen en vielen ze flauw. Ze treiterden ons. Ze openden de deuren van de gevangenis en zeiden: ‘Ren voor je leven.’ En dan gingen ze achterna om je te vangen. De tweede keer dat ze het deden rende en rende ik, ik wilde niet terug de hel in. Ik vluchtte een Afrikaanse winkel in en een vrouw gaf me wat te eten. Ik vond mijn man terug en we woonden onder een brug in een soort van telefooncel. We besloten naar Europa proberen te komen.

Vertrapt

We zaten in de boot, de zon kwam op en toen begon er water in de boot te lopen. Mensen probeerden door hun kleding in het water te dopen het uit de boot te krijgen. Ik kreeg water binnen. Mensen stapten op me om boven het water uit te komen. Ik hoorde een zwangere vrouw om hulp roepen. Iemand stapte op mijn gezicht, iemand anders zat op mijn hoofd. Een man probeerde me te helpen, ik werd duizelig.

Hij trok me aan mijn hand weg
Mary

Bijten om te overleven

Ik zei tegen God, ik wil niet sterven. Ik moest de vrouw die op me zat bijten zodat ze opstond en ik kon ademen. Mensen bleven op me trappen. Iemand riep mijn man dat hij me moest helpen. Hij kwam, trok me aan mijn hand weg en drukte het water dat ik had ingeslikt weg. Mijn man werd gebeten toen hij me te hulp kwam. Hij gebruikte alle kracht die hij in zich had om mij te redden. De zwangere vrouw die met mij onder water zat, leeft niet meer. Iedereen vocht voor zijn leven.

Juli 2016

Mary staat niet op de foto bovenaan de pagina.

Op woensdag 20 juli werd de hulp van het zoek- en reddingsschip MV Aquarius die tussen Libië en Italië vaart op de Middellandse Zee ingeroepen. Het team trof een verschrikkelijk tafereel aan: 22 overledenen op 2 boten.