Een grote groep verzamelt zich rond onze voertuigen. Vrouwen en kinderen staan in de rij en wachten geduldig af. Een paar meter verderop zitten de oudsten in de schaduw van een mangoboom.
Een feestdag
Een leider, de enige plaatselijke autoriteit die nog steeds in het gebied aanwezig is, trekt de aandacht van het publiek en spreekt. ‘Dit is een geweldige dag voor ons, een feestdag. In meer dan twee jaar hebben we geen dokter of humanitaire hulpverlener in Mingala gezien.’ Applaus klinkt.
Geïsoleerde regio
Het conflict in Lower Kotto, een van de dichtstbevolkte gebieden in het land, heeft ervoor gezorgd dat dit zuidoostelijke deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) nog meer geïsoleerd raakte. Gewapende groepen bemannen nog steeds controleposten op de wegen. De posten zijn steeds moeilijker geworden om te passeren.
Rijden door spooksteden
‘We reisden door afgebrande spooksteden. De bevolking leeft in de jungle uit angst om te worden aangevallen’, vertelt Talaré Diabri, de coördinator van het project in Lower Kotto. Bij de ingang van Mingala verwelkomen volwassenen het team. Een paar kinderen lopen bang weg omdat ze in geen jaren een voertuig hebben gezien.
Klamboes en vaccinaties
Onze teams hebben 956 kinderen en 760 vrouwen gevaccineerd in twee dagen tijd. Ook hebben ze meer dan 1610 klamboes uitgedeeld om malaria te bestrijden.
Geen toegang tot zorg
In 2013 is door het geweld het gezondheidsstelsel ingestort. Daardoor heeft de bevolking geen toegang meer tot zorg. Veel kinderen en zwangere vrouwen zijn daardoor niet gevaccineerd.
Gevaccineerd tegen veel ziekten
Voor deze eerste fase van vaccinatie in Mingala hebben we gevaccineerd tegen polio, mazelen, pneumokokken - die luchtweginfecties veroorzaken - en gele koorts. Teams hebben ook het 5-in-1-vaccin toegediend dat tegelijkertijd beschermt tegen difterie, tetanus, kinkhoest, hepatitis B en Haemophilus influenzae type b die onder andere meningitis kan veroorzaken.
Eindelijk zorg
Terwijl de verpleegkundigen de kinderen vaccineren, onderzoekt een verloskundige zwangere vrouwen. Een andere verpleegkundige behandelt patiënten met koorts en voert malariatests uit. ‘Veel zieke mensen kwamen naar ons toe, omdat ze dachten dat we iedereen konden helpen. We proberen de meest urgente gevallen te stabiliseren ‘, legt de coördinator uit.
Veel sterfgevallen
Sommige medewerkers van het Ministerie van Volksgezondheid blijven in Mingala. Maar het enige gezondheidscentrum in de stad werd verwoest en geplunderd. Zonder medische benodigdheden of apparatuur blijft dit gezondheidscentrum een schaduw van wat het vroeger was. ‘Tijdens het malariaseizoen en na een uitbraak van bloederige diarree, stierven meer dan 10 kinderen onder de vijf jaar oud per week’, zegt de hoofdverpleger van het gezondheidscentrum.
Meer humanitaire organisaties nodig
Eind 2018 hebben we een noodrespons van zes maanden gestart om de bevolking van de Alindao en Mingala te helpen. Pas kort geleden zijn de teams erin geslaagd om alle mensen te bereiken. ‘Ik hoop dat andere humanitaire organisaties ook dit deel van het land kunnen bereiken, dat totaal beroofd is van gezondheid en andere basisvoorzieningen,’ zegt Omar Ahmed Abenza, landencoördinator in CAR.