Coronahulp in vluchtelingenkampen

Syrië heeft al bijna tien jaar te maken met oorlog en conflicten. Miljoenen mensen zijn gevlucht en de gezondheidszorg is ingestort. Tegelijkertijd wordt corona er een steeds groter probleem. In juli werd in Syrië de eerste persoon met COVID-19 gemeld. Sindsdien is het aantal mensen met corona aanzienlijk gestegen. Onze teams helpen in het noordoosten en noordwesten van het land.

In het noordwesten van Syrië zijn meer dan twee miljoen mensen uit hun huizen verdreven. Ze leven in (geïmproviseerde) kampen met nauwelijks toegang tot gezondheidszorg en essentiële middelen als schoon drinkwater. Daar helpen onze teams sinds juli in de coronakliniek van het Idlib National Hospital. Daarnaast helpen onze teams in 12 andere klinieken in de buurt van vluchtelingenkampen. Ook hebben we op grote schaal water en zeep uitgedeeld. Een grote zorg van dit moment is de naderende winter. Onze teams delen isolatiemateriaal, matrassen en dekens uit om de mensen tegen de kou te beschermen. Ook geven zij voorlichting om mensen bewust te maken van specifieke gezondheidsrisico's. ‘De komende winter zal het ingewikkelder worden om onderscheid te maken tussen mensen met symptomen van verkoudheid en mensen met corona’, zegt onze arts Lim. ‘De winter zal voor iedereen extra uitdagingen met zich meebrengen in de toch al kritieke situatie hier.’

Ook bieden onze teams hulp in het noordoosten van Syrië, in een gebied met ongeveer 700.000 vluchtelingen. Hier helpen onze teams in het enige speciale coronaziekenhuis, in de stad Hassakeh. Zij hebben onder andere een isolatieafdeling met 48 bedden opgezet. In het vluchtelingenkamp Al Hol wonen ruim 65.000 mensen, voornamelijk vrouwen en kinderen. Veel van deze mensen zijn kwetsbaar door chronische ziekten als diabetes, astma of hartaandoeningen. We bieden deze mensen medische zorg, zeep en andere essentiële middelen. De mensen in dit deel van Syrië hebben wekenlang zonder stromend water moeten leven, door falen van het lokale waterstation. Schoon water is essentieel, zeker bij een pandemie als de huidige coronapandemie. Daarom hebben onze teams een waterstation in de buurt gebouwd, die voorziet in 30 procent van de waterbehoefte van de regio.

Al tientallen jaren hebben de Irakezen te maken met gewelddadige conflicten en oorlog. Nog steeds zijn 1,8 miljoen Irakezen op de vlucht in hun eigen land. Velen van hen leven verspreid door het land in kampen. Doordat deze mensen vaak al meerdere jaren op de vlucht zijn, hebben ze geen geld om terug te keren naar hun huizen en deze opnieuw op te bouwen. Bovendien is het in veel gevallen te gevaarlijk om terug te gaan. Ze kunnen in feite nergens heen. Onze teams bieden hulp in een aantal van deze kampen, onder andere in het Laylan-kamp.

De afgelopen weken zijn de Irakese autoriteiten echter begonnen met het sluiten van vluchtelingenkampen. Ook het Laylan-kamp. Vrachtwagens halen de bezittingen van mensen op. De mensen worden gedwongen terug te keren. Dit is een enorm probleem, zeker voor 300 patiënten met chronische ziekten, die door onze teams worden behandeld. ‘Ze hebben een ononderbroken, levenslange behandeling en zorg nodig’, zegt Gul Badshah, onze landencoördinator in Irak. Ook zien onze hulpverleners een toename van het aantal mensen met corona binnen het kamp. ‘Onze zorg is dat patiënten middenin de pandemie het kamp moeten verlaten’, vervolgt Gul. ‘Het is niet duidelijk hoe coronapatiënten worden overgebracht en hoe snel ze daarna toegang krijgen tot medische zorg.’

Onze teams in Irak hebben een noodplan uitgevoerd om ervoor te zorgen dat patiënten hun behandeling kunnen voortzetten. Bijvoorbeeld door medicijnen voor drie maanden mee te geven. Ook geven onze teams hun telefoonnummers mee zodat onze patiënten contact met ze kunnen houden.

Op de Griekse eilanden Lesbos, Samos, Kos, Leros en Chios verblijven bij elkaar ruim 18.000 vluchtelingen, migranten en asielzoekers in verschillende kampen. Het grootste kamp was Moria op Lesbos. Begin september is dit kamp echter volledig afgebrand. Rond de 13.000 mannen, vrouwen en kinderen moesten halsoverkop het kamp verlaten, zonder een alternatief onderkomen. Ook de 35 mensen met corona die in isolatie waren. Een groot deel van de mensen die in Moria leefden, zijn naar een nieuw kamp overgebracht. De levensomstandigheden zijn hier zeer zorgwekkend. Daar komt nog bij dat inmiddels bij 241 mensen coronabesmetting is bevestigd. Twee mensen met corona zijn in het ziekenhuis opgenomen. Onze teams bieden hulp aan deze kwetsbare mensen in onze vaste kliniek bij het voormalige kamp Moria. Onze teams geven voorlichting over corona en delen persoonlijke beschermingsmiddelen uit. Daarnaast zorgen ze voor water- en sanitaire voorzieningen. Essentieel bij de bestrijding van een pandemie.

Onze teams werken ook op het Griekse eiland Samos. Zij bieden hulp in een kliniek net buiten het kamp en zorgen er voor schoon water. Hier leven duizenden mensen dicht op elkaar in onhygiënische omstandigheden. Het wemelt van ratten in het kamp. Onze teams hebben daarom eind november in 5 dagen mensen tegen tetanus ingeënt.

Het Kutupalong-kamp is het grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Er leven bijna één miljoen uit Myanmar gevluchte Rohingya's in een cluster van overvolle, onhygiënische kampen. De combinatie van strenge lockdown-maatregelen en reisbeperkingen zorgde ervoor dat slecht weinig internationale hulpverleners Bangladesh konden bereiken. Het personeelstekort was een grote uitdaging voor onze teams.

De eerste coronabesmettingen in het Kutupalong-kamp in Bangladesh werden in mei gemeld. In totaal hebben onze hulpverleners 3.000 vermoedelijke coronapatiënten onderzocht. Daarvan werden 330 patiënten naar onze speciale coronabehandelcentra gebracht. In 10 klinieken verspreid over het kamp hebben we afdelingen gebouwd waar we mensen met coronasymptomen kunnen isoleren. Verder hebben onze teams op grote schaal voorlichting gegeven. Daarmee hebben zij meer dan 130.000 gezinnen bereikt. Ook hebben ze stoffen mondmaskers verspreid.