Vrouwen en kinderen
Vierennegentig procent van de inwoners van het kamp zijn vrouwen en kinderen. In totaal verblijven er 73.000 mensen. We maken ons het meeste zorgen over de 11.000 mensen, onder wie 7.000 kinderen, die niet uit Syrië of Irak komen. Zij worden vastgehouden in een apart afgerasterd deel, en kunnen daardoor niet naar de eenvoudige klinieken in het kamp.
Hulp uitbreiden
‘Er zijn humanitaire organisaties die geen zorg verlenen in bepaalde delen van het kamp, vanwege vermeende banden van de mensen daar met bepaalde groeperingen’, zegt Will Turner, onze noodhulpmanager voor Syrië. ‘Maar gezondheidszorg moet vrij toegankelijk zijn, ongeacht achtergrond, nationaliteit en herkomst. Dat is vastgelegd in het internationaal humanitair recht.’ Om de situatie te verbeteren roepen we andere organisaties op hun humanitaire hulp in Al Hol uit te breiden, en voor toegang tot alle delen van het kamp.
Gevechten en luchtaanvallen
Het grootste deel van de 73.000 inwoners in Al Hol kwam tussen december 2018 en maart 2019 aan, op de vlucht voor hevige gevechten en luchtaanvallen. ‘Ze arriveerden opgepropt in laadbakken van vrachtwagens’, zegt Will Turner. ‘De meesten van hen zaten onder de modder, velen waren gewond of ziek. Mensen hadden duidelijk honger en kinderen waren ondervoed.’
Impact slechte leefomstandigheden
Al snel onstond een humanitaire crisis in Al Hol. Voor de nieuwkomers was er onvoldoende voedsel, water, onderdak, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg. Veel latrines werken niet, waardoor mensen noodgedwongen hun behoeften in de open lucht moeten doen. ‘Met de zomerhitte in aantocht maken we ons grote zorgen over de impact van deze slechte leefomstandigheden’, zegt Turner.