We zien meer doden door mazelen dan ebola in DR Congo

Mazelen en ebola zijn beide ziekten die gemakkelijk om zich heen grijpen. 'Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte met symptomen als koorts, hoesten, bindweefselontsteking en huiduitslag. Er bestaat momenteel nog geen enkele behandeling van mazelen, wel kunnen de symptomen voorkomen en behandeld worden. De enige manier om de ziekte te bestrijden is vaccinatie. Hoe meer kinderen er gevaccineerd worden, hoe minder het virus zich kan verspreiden en hoe kleiner de risico's voor de onbeschermde bevolking.' Zegt coördinator van het noodhulpteam Pierre van Heddegem.

In totaal hebben onze teams al meer dan 475.000 kinderen tussen de 6 maanden en 5 jaar oud gevaccineerd. Daarnaast hebben we bijna 28.000 zieken verzorgd. Onze teams werken in 13 van de 15 provincies om de epidemie in te dammen. Ondanks onze inspanningen zijn meer dan 3.200 mensen overleden aan de ziekte. Volgens de laatste cijfers* zijn er op dit moment 3.296 gevallen van ebola bekend in DR Congo. 2.196 patiënten zijn overleden en 1.070 patiënten zijn genezen. In totaal zijn er 253.545 mensen gevaccineerd, waarvan 1.213 door onze teams in Beni (*november 2019).

De ebola-epidemie in DR Congo vraagt veel van de kwetsbare gezondheidszorg daar. Veel artsen en verpleegkundigen zijn ingezet voor de bestrijding van ebola. Regionale ziekenhuizen hebben daardoor gebrek aan personeel en geld. Dit gebrek aan personeel en geld speelt de bestrijding van de mazelenuitbraak ook parten. Op 4 plekken in het land versterken onze teams de zorg, bijvoorbeeld in mabalako. Daar ondersteunen we het ziekenhuis en gezondheidscentra.

Onze teams bestrijden mazelen in DR Congo op een bijzondere manier. 'We hebben een speciaal project opgezet om deze mazelenepidemie te bestrijden', vertelt Pierre. 'We reizen met het vaccinatieteam in houten kano's over de Kasaï-rivier. Zo bereiken we ook de mensen die in afgelegen gebieden wonen. We varen voortdurend heen en weer en geven medische zorg aan mensen die dit nodig hebben. Zo proberen we de verspreiding van de utibraak te beperken.'