Aantal gewonden ligt waarschijnlijk hoger
Ook klinieken in de regio zien het aantal gewonden stijgen. ‘We zien veel gevallen van malaria, longontsteking, mazelen en verwondingen door wapens’, vertelt Lojana, een van onze medewerkers vanuit de kliniek in Pibor. Maar waarschijnlijk zijn er nog veel meer mensen die hulp nodig hebben. ‘Het aantal patiënten in Pibor komt niet overeen met de omvang van het geweld in dit gebied. Het zouden er veel meer moeten zijn. We maken ons grote zorgen over de mensen die ons en andere medische hulpverlening niet kunnen bereiken.’
Massaal op de vlucht
Onze teams boden al zorg in de steden Gumuruk en Lekongole in Zuid-Soedan. Maar door het geweld zijn mensen hier massaal gevlucht. De steden zijn compleet verlaten. ‘We kregen om 2 uur 's nachts te horen dat we onmiddellijk moesten vertrekken’, zegt Nassam, een inwoner uit Lekongole die onlangs met zijn gezin is gevlucht. 'We hebben de hele nacht gelopen, pas om 4 uur ‘s middags kwamen we aan in Pibor. Tijdens de tocht zagen we ook veel vrouwen en kinderen. Ik heb mijn vader moeten dragen, daarom kon ik verder geen spullen meenemen. En onderweg zijn zelfs nog mijn geld en kleren gestolen.’ Onze teams focussen zich nu op het verlenen van hulp aan de mensen in Pibor, die onze hulp hard nodig hebben.
Behoefte aan meer hulp
De mensen in de kampen in Pibor hebben zeer beperkte toegang tot essentiële voorzieningen als water, voedsel, onderdak en wc’s. Onze teams werken hard aan het verbeteren van de hygiënische omstandigheden. Maar met alleen de acht latrines die ze tot nu toe hebben weten te bouwen, blijft de situatie van de ruim 5.000 mensen rampzalig en zal erger worden naarmate er meer mensen komen. ‘De situatie in en rondom het kamp is zeer zorgwekkend’, zegt Lojana, ‘ik maak me zorgen over het gebrek aan hygiëne en water. Ook voedsel is een probleem. De meeste mensen hebben niets te eten en hebben ook geen middelen om eten te kopen.’