Myanmar: hulpverlening in Rakhine nog steeds geblokkeerd

1 jaar geleden trok de Myanmarese regering de toestemming voor Artsen zonder Grenzen om te mogen werken in het noorden van Rakhine in. 2 weken later begonnen de aanvallen door de Arakan Rohingya Salvation Army (ARSA) en daaropvolgend de ‘opruimingsoperaties’, van het Myanmarese leger. We hadden 4 basisgezondheidscentra in het noorden van Rakhine. 3 daarvan zijn inmiddels afgebrand.

Per maand verzorgden onze teams ruim 11.000 consulten voor basisgezondheidszorg en op het gebied van voortplanting. Daarnaast had ze een ambulancedienst voor spoedeisende patiënten en bood ze hulp bij ziekenhuisopnames.

Sinds 25 augustus 2017 zijn meer dan 700.000 Rohingya’s voor het geweld naar buurland Bangladesh gevlucht. Nog altijd verblijven er 550.000 tot 600.000 stateloze Rohingya’s in Rakhine.

Volgens de regering van Myanmar is er gezondheidszorg in het gebied. Tegelijkertijd is er een groot gebrek aan onafhankelijke informatie over de omstandigheden daar, doordat humanitaire organisaties zo goed als geen toegang hebben tot het noorden van Rakhine.

Ondanks dat we geen medische activiteiten kan uitvoeren, hebben we nog wel medewerkers in het gebied. Leden van de moslim Rohingya-gemeenschap vertellen onze teams over de moeilijkheden die zij hebben bij het krijgen van gezondheidszorg. Moslimpatiënten hebben nog steeds een beperkte bewegingsvrijheid en de kosten voor medische zorg zijn onbetaalbaar.

‘Het gebrek aan een onafhankelijke inschatting van de situatie in het noorden van Rakhine betekent dat niemand een volledig beeld heeft van de medische en humanitaire noden ter plaatse’, zegt Benoit De Gryse, operationeel manager van Artsen zonder Grenzen voor Myanmar. ‘Wij hebben de regering van Myanmar herhaaldelijk verzocht om ons nodige reis- en werkvergunningen te verlenen, om medische hulp te kunnen bieden. Maar door de administratieve rompslomp krijgen we die maar niet.’