Geredde drenkelingen onder dwang in detentie

In de groep bevonden zich 20 minderjarigen, mensen die zeiden slachtoffer van mensenhandel en marteling te zijn en mensen die zich als vluchteling wilden laten registreren bij de UNHCR (de VN-vluchtelingenorganisatie).

In totaal vertrokken 97 mensen begin november met een rubberboot richting Europa. Nadat ze in nood waren geraakt, redde de Nivin ze op 10 november uit zee. Het schip was op weg naar Misrata. Nadat het daar was aangekomen, weigerden de vluchtelingen en migranten van boord te gaan uit vrees voor willekeurige detentie en de zware omstandigheden die ze eerder hadden ervaren. Een groep van 14 kwetsbare mensen werd wel vrijwillig overgebracht naar een officieel detentiecentrum.

Volgens het maritieme recht had de groep naar een veilige haven gebracht moeten worden. Geen enkele haven in Libië geldt als veilig, volgens de UNHCR.

Van 11 tot 18 november bood ons team ruim 90 medische consulten aan boord van de Nivin. We riepen op tot een niet-gewelddadige oplossing voor de situatie, maar dat had helaas geen resultaat.

Ook in dit geval blijkt dat de mensen die bij Libië uit de Middellandse Zee worden gered, terechtkomen in een situatie waarin ze voor onbepaalde tijd in een willekeurig detentiesysteem belanden. Deze tragische situatie is het resultaat van de doelgerichte pogingen van de Europese Unie om tot iedere prijs vluchtelingen en migranten tegen te houden. Ook de beschuldigingen tegen ons reddingsschip de Aquarius deze week zijn daar een deel van. We zijn ervan beschuldigd dat we ons boordafval niet goed zouden hebben afgevoerd. Dit komt na een smaadcampagne tegen onze reddingsacties die al 2 jaar duurt.