Wanhoop in Oost-Ghouta neemt toe
De cijfers zijn illustratief voor de hevigheid van het militaire offensief. De strijd zorgt voor een eindeloze stroom gewonden, terwijl medische voorzieningen zelf onder vuur liggen en medisch personeel volledig uitgeput is. Vijftien van de twintig door Artsen zonder Grenzen ondersteunde ziekenhuizen en klinieken zijn deels beschadigd door bommen of mortiervuur. ‘De cijfers liegen er niet om, maar wat de hulpverleners ter plaatse ons vertellen is nog veelzeggender,’ zegt Meinie Nicolai, algemeen directeur van Artsen zonder Grenzen België. ‘Hun wanhoop neemt met de dag toe. Zij zitten aan de limieten van wat een mens kan doen onder zulke extreme omstandigheden.’
Medische voorraden raken op
Zo raken de medische voorraden op. Ziekenhuizen zijn al door essentiële chirurgische materialen heen, zoals bloedzakken, verdovingsmiddelen en intraveneuze antibiotica. Het uitvoeren van ingrijpende, moeilijke operaties zonder deze middelen is ondenkbaar. Het officiële hulpkonvooi dat maandag toegang kreeg tot het noorden van de enclave, werd volgens de VN levensreddende medische spullen ontnomen door de Syrische overheid.
Mensen leven ondergronds
De medische noden gaan bovendien verder dan oorlogsgewonden. Veel mensen in Oost-Ghouta leven ondergronds, in kelders en schuilplaatsen, en hebben beperkt toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen. Uit medische gegevens blijkt dat mensen hierdoor luchtweginfecties, diarreeziekten en huidinfecties krijgen, vooral kinderen.
Situatie steeds schrijnender
Artsen zonder Grenzen roept alle strijdende partijen op om, conform Internationaal Humanitair Recht, de strijd te staken om medische hulp, de bevoorrading van medische voorzieningen en de evacuatie van patiënten in kritieke situatie mogelijk te maken. ‘De hulpverleners in het gebied doen hun uiterste best om medische zorg te geven, maar de situatie wordt almaar schrijnender,’ zegt Nicolai. ‘Zij doen het onmogelijke, terwijl zij op alle mogelijke manieren tegengewerkt worden.’