Tegenstrijdig
Het aantal kinderen dat we in de afgelopen tijd hebben opgenomen in ons ziekenhuis in Bossangoa, in de Centraal-Afrikaanse Republiek, is sterk gestegen. Dat is goed nieuws, al klinkt dat tegenstrijdig. Het betekent dat het veiliger is voor onze patiënten om naar het ziekenhuis te komen en dat onze mobiele teams, die onder meer gezondheidsvoorlichting geven, er goed in slagen om de mensen ervan te doordringen dat hun kind zorg nodig heeft.
Opgenomen
Ondervoeding komt al jaren veel voor in Ouham en andere delen van de CAR. In de eerste 8 maanden van dit jaar zijn al meer ernstig ondervoede kinderen opgenomen (721) dan in heel 2017 (671).
Hospitaaltenten
In september waren er in het voedingscentrum, dat 45 bedden telt, zelfs 80 ondervoede kinderen opgenomen. ‘We moesten hospitaaltenten opzetten en extra medische staf inhuren’, zegt arts Hilaire Doutoumbay van ons team in Bossangoa. ‘Ik werk al sinds 2013 in dit ziekenhuis en ik heb nog nooit zoveel patiënten gezien’.
Onveiligheid
Door de burgeroorlog in de CAR hebben veel mensen alles verloren’, zegt hoofdverpleegkundige van Artsen zonder Grenzen Nathanaël Momba. ‘Ze zijn vaak al een aantal keren verdreven, hebben geen geld om naar een kliniek te reizen of hebben simpelweg te weinig te eten. Vaak zijn de mensen te bang om zelfs maar hun huis te verlaten vanwege de voortdurende onveiligheid. Daarbij zijn ook nog eens veel medische voorzieningen beschadigd of verwoest in de afgelopen jaren. En als je niet in een grote stad woont, is medische zorg sowieso nauwelijks bereikbaar. Dat maakt het moeilijk om goede medische zorg te krijgen. Dus als mensen in het ziekenhuis aankomen, zijn ze vaak al erg ziek.’
Malaria
Daarbij komt nog dat mensen extra gevaar lopen door malaria. ‘Ieder jaar, bij het begin van het regenseizoen, neemt het aantal malariapatiënten sterk toe’, zegt Nathanaël Momba. ‘Een lichaam dat al verzwakt is door matige ondervoeding, gaat snel achteruit bij een infectie met malaria. Ons ziekenhuis is de enige plek ín de regio waar mensen in die toestand nog behandeld kunnen worden.’
Onderschatten
Malaria is zo normaal in de CAR, dat mensen het gevaar van de ziekte soms onderschatten. Therence, 18 maanden, heeft de ziekte al voor de vierde keer. Méda en Mathuri, zijn ouders, wachten bezorgd tot hij weer wakker wordt. ‘Hij heeft al 5 dagen niets gegeten’, zegt Therences vader, ‘en hij is extreem moe. Wij hebben allebei al vaak malaria gehad, dus we waren niet zo bang. Maar het is de eerste keer dat hij zo ziek is, en we zijn bang dat hij niet meer beter wordt.’
Overvol
Net als de voedingskliniek zijn ook de kinderafdeling en de intensive care overvol, maar dan met kleine kinderen met malaria. In de eerste 8 maanden van 2018 werden op de kinderafdeling 49% meer malariapatiënten behandeld dan in dezelfde periode in 2017. In totaal ging het in de periode januari-augustus 2018 om 138.675 kinderen.
Zoveel meer nodig
‘We doen wat we kunnen, maar er is nog zoveel meer nodig’, zegt Hilaire Doutoumbay. ‘De mensen hebben nog steeds voedsel, meer toegang tot gezondheidszorg en kennis over wat te doen als ze ziek worden nodig. Als het gaat over de CAR, denken mensen vaak dat mensen vooral lijden onder het geweld. Ze vergeten de gevolgen van het conflict. Het gebrek aan gezondheidszorg vind ik een van de grotere problemen, want door aandoeningen als malaria en ondervoeding komen veel meer kinderen in de CAR om dan door wapens.’