Hoe worden vaccins ontwikkeld?

Het begint met studie: studie naar de oorzaak van de ziekte, het virus of bacterie en hoe het lichaam reageert.

Dan worden er testen uitgevoerd op het virus ‘in vitro’, ofwel in een petrischaal of een testbuis bijvoorbeeld.

Dan pas wordt het getest op mensen. Dit gaat in drie fasen:

• Eerst een kleine groep vrijwilligers, dat wordt de eerste klinische fase genoemd. De prioriteit is onderzoeken of het vaccin veilig is. De onderzoekers kijken naar bijwerkingen en de dosis.
• In de tweede klinische fase wordt het getest op honderden vrijwilligers. Van deze mensen krijgt een deel het vaccin in ontwikkeling en anderen krijgen een placebo, ofwel een neutrale vloeistof. Onderzoekers vergelijken de resultaten en krijgen een beter beeld van hoe menselijke lichamen op het vaccin reageren.
• In de derde fase worden duizenden mensen ingeënt en blootgesteld aan het virus zodat onderzoekers nóg een beter beeld krijgen van de werking.

Wetenschappers over de hele wereld zijn bezig of zijn bezig geweest met het ontwikkelen van een coronavaccin. En er zijn miljarden euro’s en dollars in geïnvesteerd, waaronder door overheden, ofwel de belastingbetaler. Met als resultaat dat er binnen twee jaar nadat het virus ontdekt is, er vaccins voor zijn.